In het kantoor van mijn kersverse directeur hing een tegel met de spreuk: ‘trainingen hebben geen zin.’ Mijn oog viel erop toen ik de pen neerlegde waarmee ik net het contract getekend had, waarmee ik me als trainer aan zijn bureau verbond. Net klaar met mijn trainersopleiding, vol frisse ambitie om de wereld te veranderen riep dit motto toch wat vragen bij me op. Waarom hij me 5 minuten daarvoor had aangenomen bijvoorbeeld. Zijn eerlijke en ambitieuze antwoord bestond uit drie punten: Eén: het nut van trainingen is nooit wetenschappelijk aangetoond: in de praktijk vervallen mensen altijd weer in hun oude patroon. Twee: Hij zou niet rusten voordat hij het nut wel had aangetoond. Drie: in de tussentijd moest ik maar gewoon mijn best doen, want er was wel behoefte aan trainingen.
Al mijn best doende besloot ik met hem mee te doen. Ik stortte me op de vraag: Hoe leer je vaardigheden echt beheersen? Ik koos voor vaardigheden omdat ik werkte bij bureau dat was gespecialiseerd in soft skills. Mijn nieuwsgierigheid naar ‘echt beheersen’ kwam voort uit de traumatische ervaringen die ik had toen ik wilde leren salsadansen. Na drie lessen van de beste Cubaanse danseres kon ik welgeteld drie uur mijn pasjes reproduceren, daarna waren ze volkomen uit mijn systeem verdwenen.
Inmiddels ben ik 10 jaar en 2 trainingsbureaus verder, begin ik eindelijk zicht te krijgen op het antwoord en heb ik de voorlopig effectiefste training ontwikkeld (voorlopig, want je bent nooit klaar).
Hoe leer je vaardigheden echt beheersen?
Ik ontdekte dat er eindeloos veel is geschreven over leren. Én dat veel daarvan niet klopt. En dan vooral de meest elementaire zekerheidjes die elke trainer kent. Denk bijvoorbeeld aan:
- Iedereen heeft zijn eigen leerstijl (Ok, iedereen heeft een manier van leren die hij het leukst vindt, maar als we kijken naar de meest effectieve manier van leren, verschillen we niet van elkaar)
- De leerpiramide: aan de top: mensen leren 5% van wat ze horen. Aan de voet: mensen leren 90% van wat ze uiteggen (bewezen onwaar)
- Je kunt beter iets zelf ontdekken dan iets uitgelegd krijgen (Als je vooraf niets weet volgt helaas een vruchteloze ontdekkingstocht. Enige uitleg vooraf is toch echt nodig)
Pedro de Bruyckere, Paul Kirschner en Casper Hulshof hebben hier een fantastisch én belangrijk boek over geschreven: Urban Myths about learning.
De meeste boeken over leren leggen de nadruk op kennis. Zo woonde ik ooit de presentatie bij van een boek over Dé 50 leertheorieën die je moet kennen. Prachtige modellen over breinleren en effectief studeren passeerden de revue. Toen ik bij de rondvraag informeerde naar de laatste ontwikkelingen op het gebied van soft skills antwoordde de schrijver dat hoofdstuk 22 daar in zijn geheel aan gewijd was (en de overige 49 hoofdstukken niet).
Dat hoofdstuk 22 ging over Anders Ericsson, die ontdekte dat de absolute toppers (Violisten, sporters, sprekers) echt vaardig zijn geworden door eindeloos veel te oefenen. Tienduizend uur maar liefst. Omdat ik vreesde dat ik weinig klanten zou enthousiasmeren met de opdracht 10.000 uur feedback te geven, zocht ik verder. Ik stuitte opnieuw op Ericsson ook heeft ontdekt dat je het niet redt met inspanning alleen: het ligt er vooral aan hoe je oefent. Je kunt het beste beginnen met na te denken over je volgende stap om vooruit te komen, dan strategieën bedenken om die stap te zetten, deze bedachtzaam oefenen, een fout maken, feedback krijgen en weer een nieuwe oplossing zoeken.
Na Ericsson stuitte ik op Carol Dweck. Zij leert ons het belang van een Oefen- (ofwel: Growth)-mindset én van de feedback die je tijdens het oefenen nodig om echt verder te komen. Niet: ‘je bent echt goed/slecht hierin’. Wel: ‘je bent verder gekomen door veel te oefenen!’ (of: ‘als je nog meer oefent kom je een stapje verder’.)
Oké: een effectieve vaardigheidstraining bevat dus veel oefening op maat en opbouwende feedback. Maar hoe kun je ervoor zorgen dat die vaardigheden ná de training ook echt beklijven, dat je niet vervalt in je oude gewoontes?
Bas Verplanken deed aan de Universiteit van Bath jarenlang onderzoek naar gewoontes en het doorbreken daarvan. Zijn tips:
- Maak een persoonlijk praktijkplan: zet je overtuigingen tegenover je feitelijke gedrag (cognitieve dissonantie), beschrijf je doelen, je stappen, wat je doet bij tegenslagen en wat het nieuwe gedrag je opbrengt
- Reorganiseer je omgeving: omring jezelf met ‘reminders’, die je wijzen op je voorgenomen gedrag
Van andere specialisten leerde ik dat je na een training elke dag een heel klein beetje moet oefenen met de vaardigheid die je wilt beheersen. Het gaat er dan niet om hoeveel je oefent maar dát je oefent. Ook al is het maar 1 minuut per dag: zo herinner je jezelf aan wat je belangrijk vindt en vorm je een nieuw patroon in je hersenen. Zo verander je je routines en zo verander je je gedrag.
Ik besloot deze kennis te combineren met de praktijk: de verhalen van mensen die écht vaardiger geworden zijn in iets dat ze tot voor kort niet beheersten. Ik nam ook mijn eigen ervaring mee: het leren van de borstcrawl voor 3,8 kilometer zwemmen omdat ik graag een hele triatlon wilde volbrengen (en geloof me… dat was echt een uitdaging. In het begin kwam ik niet verder dan 25 meter en werd ik door de badmeester als voorbeeld genomen: zo moet het dus niet! Negen maanden volbracht ik de triatlon van Almere in 11 uur en 47 minuten.)
Ik kwam uit op dé manier om effectief vaardig te worden: De SPORT-methode.
S – support
- Een training waarin we samen ontdekken wat werkt om vaardig te worden.
- Met veel oefenen, waarbij je helpende feedback krijgt
- Afspraken voor gerichte coaching op maat na de training
- Het actief inschakelen van je sociale netwerk om je te helpen bij het leren
P – Plan
- Aan het eind van de training maak je een persoonlijk plan: jouw doel, jouw stappen, jouw acties, jouw manier van omgaan met tegenslagen, jouw opbrengst als je je doel haalt.
O – Oefenen
- Na de training, in jouw werkpraktijk, 4 maanden lang
- Elke dag een klein stapje doen, verweven in je werk, zonder dat het je extra tijd kost
- Je routines veranderen
R- Reminders
- De ‘knoop in je zakdoek’: jouw persoonlijke geheugensteuntje.
- Hiermee ‘hack’ je je gewoontepatronen: je past je werkcontext zo aan dat het niet alleen makkelijker wordt om je voornemens uit te voeren; het wordt zelfs uitnodigend om dit te doen.
T – Tools
- Middelen die je ondersteunen bij het oefenen: filmpjes, voorbeelden, tipkaartjes, schema’s én.. een effectmeting.
Sporters gebruiken deze ingrediënten als ze hun sportieve vaardigheden willen aanscherpen om een nieuw doel te bereiken. Voor het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden gebruik ik dezelfde basisprincipes. Of het nu gaat over grenzen stellen, de-escaleren, motiveren, feedback geven, slecht nieuws brengen, confronteren of nee zeggen: het werkt fantastisch!